Egypte-Orion Verbinding...

Een beetje achtergrond over de Egypte-Orion connectie.

Piramides

UPUAUT (derde versie van 1993) is de naam van de kleine, op afstand bestuurbare robot, waarmee de Duitse ingenieur Rudolf Gantenbrink in 1993 in opdracht van het Duits Archeologisch Instituut (DAI) in Caïro inspecties uitvoerde - namelijk ter verbetering van de ventilatie in de piramide van Cheops - de zgn. ventilatieschachten van juist deze piramide. Na ca. 65 m in de "ventilatieschacht" (zuidelijke schacht van de koningskamer) verspert een klein luikje de weg voor de robot.

De schachten in de Grote Piramide (Piramide van Cheops) zijn uitgelijnd met bepaalde sterren (referentie: voor de tijd rond 2500 v.Chr.):

De noordelijke schacht wijst naar de toenmalige poolster Alpha Draconis" (sterrenbeeld Draak); de zuidelijke schacht naar Zeta Orionis (de linker van de drie gordelsterren van het sterrenbeeld Orion). Orion (aeg. Sah) wordt gelijkgesteld met Osiris.

[De noordelijke as is gericht op Beta Ursae minoris (de kop van het sterrenbeeld Kleine Beer = Ursa minor); de zuidelijke as op Sirius, de Hondsster. De sterrengodin Sopdet (Aegean Sepedet, Grieks Sothis) is de personificatie van Sirius, die overeenkomt met Isis.

Er zijn dus bepaalde verbanden tussen de piramiden en de sterren-religie (en niet alleen de zon-religie) van de oude Egyptenaren, zoals blijkt uit de piramideteksten (bijv. in de Unas-piramide)!


Wegens onenigheid en meningsverschillen tussen Gantenbrink en de directeur van het DAI (Dr. Stadelmann) alsmede de chef- Egyptoloog (Dr. Hawass) verbiedt deze laatste verdere verkenningen in de piramide van Cheops van de kant van Gantenbrink met Upuaut (opener van de wegen). Zo eindigt in eerste instantie het Upuaut project


Op 17 september 2002 doet Dr. Hawass, in samenwerking met de Amerikaanse National Geographic Society, eindelijk een nieuwe poging door de robot Pyramid Rover 2 via de zuidelijke schacht van de Koningskamer naar het luik op 65 m afstand te sturen (het obstakel van Gantenbrinks robot Upuaut 2 negen jaar geleden); na een gat in het luik geboord te hebben, blijkt dat - op een afstand van 18 tot 20 cm - een ander luik de weg verspert!

In dezelfde week wordt ook de noordelijke schacht van de Koningskamer onderzocht met de robot Pyramid Rover met als resultaat dat ook deze schacht (waarvan men tot nu toe dacht dat het een korte doorgang was) na 65 m eveneens geblokkeerd wordt door een valluik!


Robert Bauval heeft - op grond van astronomische naberekening (met behulp van een computerprogramma) en op grond van de metingen van Rudolf Gantenbrink in de schachten van de piramide van Cheops - vastgesteld dat de opstelling van de 3 piramiden van Gizeh de positie nabootst van de 3 gordelsterren van het sterrenbeeld Orion rond het jaar 10.500 v. Chr. (!).

Merkwaardig genoeg zijn op geen van de drie piramiden van Gizeh gegraveerde naamcartouches te vinden van de drie farao's waar het hier om zou gaan, Cheops, Chephren en Mykerinos! Gewoonlijk wordt op elke tempel, elk standbeeld, elk ander gebouw, ja zelfs op Uschebtis, vazen, juwelen en vele andere voorwerpen de naamcartouche van de regerende farao aangetroffen; bij de piramiden zou hij dit hebben nagelaten om zijn roem voor alle tijden te vereeuwigen? Nauwelijks voorstelbaar! Hetzelfde geldt voor de Grote Sfinx van Gizeh. Hieruit kan eigenlijk alleen maar de conclusie worden getrokken dat deze bouwwerken veel ouder zijn dan wordt toegegeven. In ieder geval is er geen geschreven bewijs (ergens gebeiteld) over het auteurschap. De in rode kleur uitgesmeerde steenhouwerstekens (met de naam van Cheops) in de reliëfkamer lijken een vervalsing te zijn. Dat zou ook een slechte aanwijzing zijn voor het auteurschap van Cheops! Misschien moet de rode kleur aan een chemische analyse worden onderworpen?


De kwaliteit van de piramidebouw door de koningen van de 5e en 6e dynastie is sterk afgenomen en kan niet worden vergeleken met de kwaliteit en nauwkeurigheid van de drie beroemde piramiden die aan de 4e dynastie worden toegeschreven. De trappiramide van Djoser (3e dynastie) valt op omdat het geen echte piramide is. De bouwmethode van de piramiden van de 5e + 6e dynastie wordt beschreven als gebrekkig en slordig; vandaag de dag zijn van deze bouwwerken alleen nog enorme hopen puin over. De verfijnde piramidebouwtechniek van de 4e dynastie kan niet binnen enkele generaties in de vergetelheid zijn geraakt (hetgeen opnieuw de vraag oproept naar het auteurschap van de 4e dynastie)! De Egyptologie zit in verklaringsproblemen, maar heeft natuurlijk genoeg (hypothetische) redenen voorhanden (verval van de staatsmacht; ineenstorting van de AR; sociale onrust e.d. meer).

De 4 zijden van de Grote Piramide (piramide van Cheops) hebben een inkeping langs de centrale loodlijn, zoals de Britse landmeter en opgraver Flinders Petrie (1853-1942) vaststelde op basis van zijn nauwkeurige metingen (begin van de 20e eeuw). De inkepingen zijn met het blote oog niet zichtbaar of waarneembaar.



Er is een meningsverschil of de verweringssporen op de Sfinx veroorzaakt zijn door wind en zand (Egyptologen) of door de inwerking van water (J.A. West, wetenschappers).

Volgens Prof. Robert Schoch (geoloog) is het een watererosie veroorzaakt door neerslag (niet door overstromingen!); de stelling van West wordt dus gesteund.

Op grond van de geologische bevindingen is men van mening dat de Sfinx ca. 10.500 v. Chr. (in het tijdperk van de leeuw) is gebouwd (waarschijnlijk tegelijk met de 3 beroemde piramiden, die rond 2500 v. Chr. zouden zijn gebouwd)! Uiteraard wordt deze opvatting niet gedeeld door de (orthodoxe) Egyptologen.

R. Bauval kon aantonen dat de Sfinx de aardse tegenhanger is van het sterrenbeeld Leeuw.

De geofysicus Dr. T. L. Dobecki ontdekte door middel van seismografische proeven holten in het gesteente van de Sfinx (voorpoten, zijkanten en onder de Sfinx).

Volgens een traditie, volgens welke de monumenten van Gizeh herinneren aan een vroege historische beschaving, zou er onder de Sfinx of binnen in de piramide van Cheops een documentenzaal moeten zijn met geschriften, akten en documenten van die beschaving die is vergaan of door een zondvloed is vernietigd. Te zijner tijd zal deze zaal (kamer) gevonden worden door waarheidszoekers.

Edgar Cayce (1877-1946), de slapende profeet, sprak in zijn in trance gehouden lezingen over het feit dat tegen het einde van de 20e eeuw in de Grote Piramide een geheime kamer met geschriften zou worden ontdekt. Hij vermeldde ook dat de Sfinx omstreeks 10.450 v. Chr. zou zijn gebouwd door overlevenden uit Atlantis (in het tijdperk van Leo).

; beteekent: levend standbeeld. Een andere naam voor de Sfinx is: Hor-em-Achet (Horus aan den horizon); grch. Harmachis.

Thoetmosis IV. (18e dyn.) noemt de Sfinx en het Heilige Precinct van Gizeh de "schitterende plaats van het Eerste Tijdperk

Op grond van de beschikbare Egyptische bronnen blijkt dat de Egyptenaren zich drie verschillende tijdperken herinneren:

In het 1e tijdperk (Eerste Tijdperk, äg. Sep-Tepi) heersen de goden (Netjeru) over het land Egypte (o.a. koningschap van Horus, de zoon van Isis en Osiris).

Het 2e tijdperk staat onder de heerschappij van de Horus dienaren (Schemsu Hor) - tot de legendarische Farao Menes (Narmer ?), de eenmaker van de twee landen OÄ en UÄ. De zogenaamde Horus dienaren zijn blijkbaar een soort broederschap of geheime academie, die kennis, wetenschap en goddelijke wijsheid doorgeeft. De Egyptische beschaving is blijkbaar een erfenis van de kant van de Shemsu Hor, die leidt tot de installatie van het Rijk van de Farao's.

Het 3e Tijdperk is het dynastieke Egypte, dat wil zeggen, het Faraonische Rijk.

Het Eerste Tijdperk (Sep-Tepi) is de tijd van de goden die over Egypte heersen (1e Tijdperk); o.a. Thot = Hermes Trismegistos (kosmische tegenhanger: maan), Isis (Sirius = hondenster), Osiris (sterrenbeeld Orion). Deze tijd wordt door het dynastieke Egypte beschouwd als de Gouden Eeuw.

De naam Shemsu Hor (dienaar van Horus) betekent eigenlijk opvolger van Horus (2e tijdperk). Volgens de Egyptische traditie zou Heliopolis (Egypte. Junu) zijn gesticht door de dienaren van Horus, ver vóór de dynastieke periode!



Het beroemde woord alles stroomt (panta rhei; in de zin van: alles is onderhevig aan een voortdurende verandering) wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Heraclitus (Herakleitos) uit Efeze (ca. 540 - 480 v. Chr.); de Romeinse dichter Ovidius (43 v. Chr. - 17/18 n. Chr.) vertaalde het in het Latijn als cuncta fluunt. Alles verandert: hetzelfde geldt voor de Egyptische chronologie, die verschillende malen moest worden gewijzigd. Nieuwe vondsten brengen nieuwe resultaten. Daarom zou een interdisciplinaire samenwerking van de Egyptologen met geologen, geofysici, klimatologen en vooral met astronomen (trefwoord: precessie!) waarschijnlijk van groot nut zijn voor de (orthodoxe) Egyptologie!

De aarde maakt - naast de omwenteling om zichzelf (zelfrotatie) en de omwenteling om de zon - nog een derde beweging, namelijk een wiegende beweging (precessie genoemd); d.w.z. de aardas uitgetrokken vanaf de beide polen beschrijft in een periode van nauwelijks 26.000 (precies: 25.920) jaar een kegelmantel, waardoor vanaf de aarde een schijnbare beweging van de sterren wordt waargenomen.

De zon heeft 2160 jaar nodig om één twaalfde deel van de dierenriem te doorlopen; zij heeft dus 25.920 (2160 x 12) jaar nodig voor de hele dierenriem. Dat is de duur van een precessiecyclus. De richting van deze beweging van de zon in het grote jaar (25.920 zonnejaren) is Leeuw - Kreeft - Tweelingen - Stier - Ram - Vissen enz., dus precies de omgekeerde weg die de zon in de loop van een zonnejaar aflegt (voor meer bijzonderheden hierover en over de precessie zie verderop onder Literatuur).


The age of Cancer begins about 8800, of Gemini about 6640, of Taurus about 4480, of Aries about 2320, of Pisces about 160 BC; today (at the beginning of the 21st century) we enter the age of Aquarius. The beginning of the Age of Leo is ca. 10.960, in which most probably the Sphinx arises (see above under Sphinx). The (orthodox) Egyptologists are of the opinion that the three famous pyramids and the Sphinx were built about the same time (about 2500 B.C.) (see above under Pyramids); therefore, they see in the face of the Sphinx that of Khafre. When comparing the two faces this view is difficult to understand; the face of the Sphinx seems to look rather feminine. By the way, at the beginning of the 11th century the age of the virgin comes to an end!

For comparison:

Is the face of Khafre...

...with that of the great...

...Sphinx identical?

Something more amusing to this topic:<br>Dr. Stadelmann, who is considered in Egyptological circles as particularly conservative (orthodox) and no longer holds the function of the director of the German Archaeological Institute (DAI) in Cairo, represents now the opinion that Chephren could not be the builder of the Sphinx of Giza. More details in GEO 3/2000, p.167.

Source: Erich von Däniken (ed.): Jäger verlorenen Wissens, Kopp Verlag, 2003, noot 12 op p.306].

Commentaar op het gedrag van Dr. Stadelmann: Dit doet fataal denken aan verschillende Duitse politici en andere carrièristen die, nadat ze geen officiële functie meer bekleden, plotseling met heel andere - namelijk heel redelijke! - ideeën naar voren brengen, die zeker niet bevorderlijk zouden zijn geweest voor hun carrière als functionaris! Zo worden politiek en wetenschappen gecorrumpeerd!